Drukte op het elektriciteitsnetwerk
Het elektriciteitsnet zit dus steeds voller. Hoe werkt dat? Netcongestie is vergelijkbaar met filevorming op het wegennetwerk. Er zit een grens aan de hoeveelheid auto’s die op een bepaalde weg kan rijden. Komen er meer auto’s op de weg, dan gaat het verkeer langzamer rijden en kan er filevorming ontstaan. De file kan zowel ontstaan op de heenweg als op de terugweg. Dat probleem kan worden opgelost door meer rijbanen toe te voegen om zo de weg te verbreden. Maar ook door de aanwezige rijbanen slimmer te gebruiken. En door niet allemaal tegelijkertijd de weg op te gaan bijvoorbeeld.
Onze behoefte aan elektriciteit neemt sterk toe, doordat we steeds meer elektrisch rijden, koken en verwarmen. En dat is aan de kant van de afname, maar met onze zonnepanelen en windturbines willen we ook steeds meer energie terug leveren aan het net. Aan de hoeveelheid elektriciteit dat het net kan verwerken, zit een grens. Simpelweg extra elektriciteit opwekken werkt niet als het net de maximale capaciteit heeft bereikt ('netcongestie’). In dit geval is het nodig om meer 'rijbanen', oftewel elektriciteitskabels, aan te leggen, of om de beschikbare capaciteit slimmer te gebruiken.
Netcongestie
Inmiddels is er dus geen extra ruimte meer op het elektriciteitsnet. Bedrijven die een nieuwe aansluiting vragen, of een uitbreiding van hun huidige aansluiting willen, komen op een wachtlijst terecht. Enexis houdt bij hoe groot de wachtlijst is.
Netcongestie werkt belemmerend op alle terreinen waar extra elektriciteit nodig is. Bijvoorbeeld bij de verduurzaming van bedrijventerreinen, nieuwe woningbouwlocaties, elektrisch vervoer, etc. Er wordt veel gedaan om deze problemen aan te pakken, zoals sneller en meer kabels leggen en transformatorhuizen bouwen.
Deze oplossingen hebben tijd en geld nodig. Het is daarom minstens zo belangrijk dat we kijken hoe we het elektriciteitsnet zo slim mogelijk gebruiken. Door het spreiden van het gebruik over de dag bijvoorbeeld, zodat er minder pieken in het gebruik ontstaan. En door zelf opgewekte elektriciteit ook direct zelf te gebruiken. Het hoeft dan immers niet over het elektriciteitsnet te worden vervoerd.
Ook is netcongestie voor een deel een ‘’administratief’’ probleem. Omdat klanten de capaciteit waarvoor ze een contract hebben niet of maar voor een deel gebruiken. De netbeheerders doen onderzoek – zogenaamd congestiemanagementonderzoek - om hier inzicht in te krijgen. In de meeste gevallen leidt dit echter niet tot extra ruimte op het net. Dit is vooral omdat bedrijven de hun toegekende capaciteit graag willen behouden.
Wat gebeurt er zoal?
De elektriciteitsvraag maar ook het terugleveraanbod neemt op bepaalde momenten van de dag of van het jaar in grote sprongen toe. Huishoudens die een elektrische auto nemen, verdubbelen hun elektriciteitsverbruik per maand. Je hebt 10 keer zoveel elektriciteit nodig om dezelfde warmte te creëren als met aardgas. Daarnaast spelen de tijdstippen waarop elektriciteit wordt opgewekt en gebruikt een steeds grotere rol. Hoe verkleinen we de spitstijden en behouden we een balans tussen vraag en aanbod?
Tennet en de regionale netbeheerders Enexis en Cogas zijn druk bezig om de hoofdinfrastructuur van het elektriciteitsnet te verzwaren. Dat betekent dat er hoogspanningsmasten, elektriciteitsstations en dikkere kabels in de grond bijkomen. Voor Overijssel gaat het in de komende jaren om het uitbreiden van 30 hoogspanningsstations en het bijbouwen van 6 nieuwe stations. Op de interactieve kaart (pagina 118) in het investeringsplan van Enexis is te zien in welke hoogspanningsstations tot en met 2033 geïnvesteerd wordt.
Ook is uitbreiding van de zogenaamde middenstations nodig en moet de elektriciteitsinfrastructuur in de woonwijken – de zogenaamde laagspanningsnetten - fors uitgebreid worden. Bijna elke woonwijk heeft extra transformatorhuisjes en extra leidingen nodig. De netbeheerders pakken dit samen met de gemeenten aan.
De gemeenten en netbeheerders van Twente werken samen aan een energiesysteem waarbij iedereen in de toekomst genoeg warmte en elektriciteit heeft.
Meer dan elektriciteitsnetten
Maar we komen voor meer uitdagingen te staan in onze energie infrastructuur. De gasleidingen moeten op veel plekken worden aangepakt, bijvoorbeeld omdat groen gas steeds lokaler wordt opgewekt. Of omdat ze niet geschikt zijn voor bijmenging van duurzame gassen. Ook hebben we warmtenetten nodig om stedelijke gebieden in de toekomst duurzaam te kunnen verwarmen. Dat vergt een grote ondergrondse verbouwing.
En als de schop in de grond gaat voor elektriciteitskabels, maar ook aanpassingen aan de transportleidingen voor warmte en biogas moeten worden gedaan, hoe plan je dat dan goed? Welke buizen moeten erin en welke halen we weg? Tot 2050 zal bijna elke straat in Twente open moeten om buizen en kabels voor gas, warmte en/of elektriciteit te leggen of weg te halen.
Gemeenten hebben tot 2030 om plannen te maken. Op sommige plekken is al begonnen met de eerste schoppen in de grond. Voor het Twents Warmtenet gaat de schop al in 2024 in de grond.
De Regionale Energiestrategie (RES) en het energienet